
Mijn naam is Sham Hira, ik ben 48 jaar, getrouwd en vader van twee dochters (22 en 25 jaar).
Op mijn 17e verhuisden we van Assen naar Zoetermeer. Daar kwam ik in contact met een buurman die oud papier inzamelde en bedrijfstuintjes schoffelde om zomerkampen te organiseren voor kinderen uit gescheiden gezinnen met een kleine beurs. Ik hielp mee met inzamelen en schoffelen en mocht op mijn 17e zelfs als kampleider mee. Daar werd de basis gelegd voor mijn passie voor vrijwilligerswerk.
Kort daarna schoof mijn (analfabete) vader mij naar voren bij de oprichting van een Sanatan Dharm-organisatie in Zoetermeer. Zo werd ik op mijn 18e een van de oprichters. Jaren later trad ik toe tot het bestuur van de stichting Sociaal Culturele Activiteiten Zoetermeer (SSCAZ), die onder andere een Holi Phagwa-viering en bustochten naar Londen organiseerde. Toen de stichting dreigde stil te vallen, omdat de oudere bestuurders overwogen te stoppen, besloot ik jongere mensen te betrekken en diverse activiteiten op te zetten: van keyboard-, dholak- en harmoniumlessen tot workshops persad maken, roti en bara bereiden, sari draperen, karaokeavonden en multiculturele sportdagen.
Mijn drijfveer?
Verbinding. Nieuwe mensen leren kennen. Het is vast herkenbaar: Hindoestanen die elkaar tegenkomen en kiezen tussen negeren of een klein knikje ter begroeting. Ik houd van de Hindoestaanse gemeenschap en wilde juist meer mensen leren kennen. Wat is een betere manier dan door ze samen te brengen? Tijdens kleinschalige muziekavonden en sportdagen werden deelnemers willekeurig ingedeeld en kregen ze als eerste opdracht: "Stel je voor. Wie zijn je ouders? Waar in Suriname woonden zij (of jij)?" Dit zorgde voor diepgaande connecties en langdurige vriendschappen.
Mijn ouders, en vooral mijn vader, waren mijn grote voorbeelden. Twee jaar na onze verhuizing richtte hij een Ramayan-leesgroep op, waarbij wekelijks bij een van de leden werd voorgelezen. Zo werd ik al vroeg betrokken bij het organiseren van activiteiten en het leren kennen van nieuwe mensen.
Naast mijn fulltime baan is het organiseren van sociaal-culturele activiteiten mijn ‘hobby’.
Ik krijg energie van de waardering die ik ontvang, vooral als mensen zeggen dat mijn aanpak anders is dan de standaard dansavonden. Het doet me goed om te zien dat sportdagen en andere initiatieven leiden tot échte interactie en verbinding. Vaak wordt gezegd dat er een ‘krabbenmentaliteit’ heerst onder Hindoestanen, maar ik geloof dat dit vooral voortkomt uit onbekendheid. Onbekend maakt onbemind.
Natuurlijk, ik weet uit ervaring dat er ook heel vervelende Hindoestanen bestaan. Mensen die altijd kritiek hebben, maar zelf nooit initiatief nemen. Toch laat ik me hierdoor niet ontmoedigen. Mijn activiteiten zijn altijd zonder winstoogmerk – dat is voor mij essentieel. Omdat ik geen commerciële belangen heb, kan ik organiseren wat ik zelf leuk vind en wat mijn achterban aanspreekt. Kritiek zal er altijd zijn, maar ik probeer me daarop niet te focussen. Dat blijft soms lastig.
Het jaar 2020 was voor veel organisaties een uitdaging. Door het wegvallen van fysieke evenementen heb ik me meer toegelegd op liefdadigheidsactiviteiten, waarbij ik bestaande initiatieven ondersteun. De koninklijke onderscheiding die ik in april 2019 ontving, was een extra stimulans om door te gaan met mijn werk.
In oktober 2019 sloot ik me aan bij het schoolmeubilairproject van ChietSana Foundation, opgericht door Chietra Bahora. Dankzij mijn inzet kon ik schoolmeubilair regelen, transport van school naar haven organiseren en voldoende donaties werven om de verzendkosten te dekken. Dit project sluit naadloos aan bij mijn filosofie: samen sterk. In je eentje kun je niet veel, maar samen kun je bergen verzetten. Of, zoals een mooi gezegde luidt: ‘boond boond se samundar bana hai’ – de oceaan bestaat uit talloze druppels.
Ook promoot ik met plezier de debuutroman ‘Diya’ van Kirtie Ramdas. Het inspireert me dat iemand uit onze gemeenschap een roman schrijft. Haar werk heeft mij zelfs aangemoedigd om zelf korte verhalen te schrijven.
Een andere passie is mijn deelname aan een chautaal-groep, waar ik al 22 jaar deel van uitmaak. Hier hoef ik eens niet de leiding te nemen, maar volg ik juist de meer ervaren leden. Mijn hoop is dat ik hiermee ook de jongere generatie kan inspireren om deze Hindoestaanse traditie voort te zetten.
Mijn inzet beperkt zich niet tot de Hindoestaanse gemeenschap. Momenteel werk ik samen met een yogalerares uit Zoetermeer aan een fundraisingproject tegen menstruatie-armoede, om vrouwen te helpen die moeite hebben om aan hygiënische menstruatiematerialen te komen.
Onze gemeenschap staat bij de lokale overheid niet bekend als ‘lastig’, waardoor we vaak geen subsidies ontvangen. Daarom organiseer ik mijn activiteiten zoveel mogelijk kostendekkend. Soms vraag ik me af: zouden we ons dan toch moeten misdragen om beter gesubsidieerd te worden?
Aan degenen die het moeilijk hebben, wil ik meegeven: laat het weten. Binnen mijn organisatie maken we regelmatig duidelijk dat we openstaan voor het organiseren van activiteiten om sociaal isolement te voorkomen. Maar als je thuis blijft kniezen, verandert er niets. Zoals Confucius zei: "Als je blijft doen wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg." Er is altijd een mate van eigen regie nodig. Maak kenbaar dat je verbinding zoekt, direct of indirect.
Voor de toekomst hoop ik dat mijn achterban mijn initiatieven blijft omarmen en dat de volgende generatie dit stokje overneemt.
Reactie plaatsen
Reacties