Marijke Satijo

Gepubliceerd op 13 juni 2021 om 22:37

 

 

In het wonderschone Suriname komt de regen met bakken uit de hemel. In de tropische regenbuien voel ik mij als een vis in het water. In mijn jeugd vond ik het leuk om samen met nichtjes, neefjes en buurtkinderen in de regen te gaan voetballen. We waren nog niet betwist van dat je voor het voetballen een bal nodig hebt, dus werd er een grote prop gemaakt van kranten met een elastiek eromheen. De pompelmoesbomen op het erf huilde, want er werd ook gevoetbald met pompelmoes. Maar één ding was zeker, voetballen in de regen bracht ons toen veel levensvreugde.

 

Naast mijn studie ging ik voor mijn muziek carrière en zong toen in een band. Ik was een jaar of 15 toen ik op de televisie vrouwenvoetbal in Suriname zag. Dat was een rare gewaarwording voor mij, want ik had altijd mannen zien voetballen. Dus vrouwen voetballen ook? Dat maakte mij nieuwsgierig. Tijd om op onderzoek uit te gaan. Dat was het momentje dat het balletje bij mij ging rollen.

 


Ik ging op Lelydorp (Suriname) naar school en kwam erachter dat een straat verder een voetbal club voor vrouwen bestond genaamd ‘SV Elda’. Ik werd al snel aangenomen en kon starten met de trainingen. We speelde voetbal zoals we dat op zijn Surinaamse zeggen, helemaal ‘tokko-tokko’. Omdat ik toen nog geen geld had voor voetbalschoenen, rende ik op blote voeten op het veld.  Maar soms ook door de modder als het geregend had. Later kreeg ik voetbalschoenen van één van mijn broers. In mijn hele voetbalcarrière in Suriname heb ik gevoetbald met één paar voetbalschoenen. Na het voetballen waste en poetste ik mijn voetbalschoenen en plaatste ze vervolgens onder mijn bed. Ik sliep letterlijk met mijn voetbalschoenen.

 


Ik kan mij nog goed herinneren dat ik zeer gedreven was. Het voetballen gaf mij energie. Ik ging van huis naar het voetbalveld rennen en weer terug om conditie op te bouwen. In mijn belevenis kon je als meisje niet voetballen met lang haar, want alle meisjes in mijn team hadden kort haar. Om ervoor te zorgen dat ik kort haar had, smeerde ik flink 'bubble gum’ (kauwgom) in mijn haar. Een andere moeder zou wellicht olie pakken om het eruit te halen. Maar mijn moeder niet. Ze pakte de schaar en knipte mijn haar af. Van lang haar had ik ineens een kort koppie.

 

 

Door onwetendheid van de mensen krijg ik vooroordelen te horen zoals: ’Als je gaat voetballen dan word je lesbisch’ en ‘Voetbal is toch geen meisjessport? Het is een jongenssport!’. Maar dat heeft mij niet weerhouden. Toen ik met de jongens ging voetballen werd ik ‘Bobo Jantje’ genoemd. Ik moest voor spek en bonen in het doel staan. Ik trok een keer mijn stoute schoenen aan. Ik passeerde tijdens het voetballen een aantal jongens en maakte een doelpunt. Vanaf dat moment werd ik als spits in het veld gezet. Voetballen zit in mijn bloed en ik was vastberaden om het verschil te gaan maken.

 


De dames voetbal competities waren gestart en toen kregen wij te horen: ’Als jullie kampioen willen worden dan zullen jullie moeten ploeteren en vechten totdat jullie erbij neervallen’. Ik ging niet lopen maar ik ging rennen. Ik had mijn zinnen gezet om samen met mijn medespeelsters kampioen te worden. Ik had een mentaliteit van:’ SV Elda gaat geen kampioen worden. Maar SV Elda wordt kampioen’. Tijdens de eerste competitie wedstrijd van SV Elda zijn we in 1980 kampioen geworden waarbij ik het winnende doelpunt had gemaakt. Dat was een heugelijke gebeurtenis. Maar op den duur ben ik naar Nederland gekomen. Eenmaal in Nederland heb ik het voetballen weer opgepakt. Ik had mij aangemeld bij voetbalclub NEC in Nijmegen. Daarna heb ik gevoetbald bij Trajanus ook in Nijmegen. Daar zijn we twee jaar lang kampioen geworden.

 

 

Van Nijmegen ben ik verhuisd naar Rotterdam en daar kwam ik een aantal dames tegen van mijn oude voetbalclub SV Elda. Het kriebelde aan alle kanten dus hebben we besloten om een vrouwen voetbal team op te richten. We sloten ons aan bij de heren voetbalclub ‘SV Zwarte Pijl’. Ik was daar aanvoerster en we zijn een aantal jaar achter elkaar kampioen geworden. We speelden toernooitjes vrouwen voetbal op het welbekende Kwaku festival. Toen was het altijd Amsterdam tegen Rotterdam. Ik kwam ook uit voor het kleurrijk vrouwen voetbal elftal in Nederland.
Ik heb heerlijke tijden gekend met veel mooie herinneringen.

 

 

Maar toen gebeurde er iets wat ik van te voren niet had kunnen bedenken. Ik raakte geblesseerd en moest geopereerd worden aan mijn knie in het ziekenhuis. Het was een grote emotionele klap toen de arts tegen mij zei: ’Je kunt met deze knie niet meer voetballen. Dat raad ik je af’. Mijn medespeelsters konden hun draai niet meer vinden op het veld zonder mij als aanvoerster in het team. Dat was het moment dat de dames voetbal SV Zwarte Pijl is gestopt.

 


Vervolgens ging ik weer terug naar Suriname. Voor ik het wist trok ik mijn stoute schoenen aan of in dit geval kaplaarzen. Ik had tot ieders grote verbazing het idee om van de ‘boes-boesie’ (bos) die ik voor mij zag een voetbal veld te maken. Ik begon met mijn tuingereedschap onkruid te gaan wieden en huurde ik een ‘pokkelijn’ (graafmachine) om het stuk grond gelijk te gaan maken. Ik had mij aangemeld bij SISO (Surinaams Instituut) en begon aan mijn studie om mijn diploma te gaan halen als voetbaltrainer. Ik heb contact gelegd met een school in de buurt om te vragen of daar animo was voor dames voetbal. Voordat ik het wist had ik 30 meisjes voor mij op het veld. Sommige meisjes konden niet eens een bal trappen. Maar ik was hun trainer dus er was werk aan de winkel.

 


Inmiddels ben ik zelf ook al moeder en oma. Maar deze 30 meisjes voelde aan als mijn dochters. De meiden noemde mij ook ‘Mam-Trin’. Mama trainer had zoveel liefde voor deze doelgroep. Maar om het goede voorbeeld te geven moest ik streng zijn. Respect is nummer 1. Displicine is nummer 2. En doorzettingsvermogen is nummer 3. Regels zijn regels. Ik was daar heel consequent in. Je wordt niet alleen kampioen door te trainen. Het is een wisselwerking tussen de spelers en de trainer/coach. Wat bij mij hoog in het vaandel staat is ‘het wij-gevoel’ (eenheid) in het team. Dit is zo belangrijk om je doelen te behalen.
Met deze mentaliteit gaf ik trainingen.

 


We deden mee met het district toernooi van het SVB (Surinaams Voetbal Bond) waarbij we het eerste jaar derde werden. Het tweede jaar zijn we kampioen geworden. In het tweede jaar deden we tevens ook mee aan de dames voetbal competitie in Paramaribo. In de categorie jeugd eindigde we op de derde plaats. In de categorie volwassenen eindigde we op de vijfde plaats.  In de derde jaar zijn we in de categorie jeugd op de tweede plaats geëindigd en in de categorie volwassenen zijn we kampioen geworden. Maar in de tussentijd werd
ik benaderd om bondscoach te worden voor de scholencompetitie IGS (Inter Guyanese Spelen) toernooi. Ik heb volmondig ’ja’ gezegd. Het was niet gebruikelijk dat een vrouw voetbal bondscoach werd. Ik kreeg opmerkingen te horen als: ’Look a ka vrouw de tak na geweldig. Zij als bondcoach?’. Maar de opmerkingen weerhielden mij niet. Ik was zeer gefocust met het presteren en het behalen van mijn doelen. Ik zette Suriname op de kaart en werd Kampioen.

 


Alle voetbal trainers en bondscoaches hebben allemaal één ding gemeen en dat is onze passie voor voetbal en het coachen van nieuw talent in de voetbal wereld. Van voetballen met een prop kranten tot kampioen worden. Ik heb gouden tijden gekend.

 


Maar een medaille heeft twee kanten. Ik ben tot rust aan het komen. Ik denk na over mijn toekomst. Daarnaast geniet ik uitermate van de natuur en alle lieve mensen om mij heen waaronder mijn dochter en mijn kleinkinderen.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.